Toro, Castile and León, Spain
time : Oct 16, 2018 6:01 AM
duration : 7h 59m 23s
distance : 35.1 km
total_ascent : 167 m
highest_point : 783 m
avg_speed : 4.4 km/h
user_id : tkeijsers
user_firstname : Tom
user_lastname : Keijsers
De oudere vrouw van het pension was vanmorgen speciaal vroeg opgestaan om voor mij om 6:00 de deur open te maken. En de steile klim die ik gisteren naar boven moest maken, kon ik vanmorgen op een andere plek weer afdalen. In het donker, net buiten Toro, heb ik twee keuzes. Langs de grote weg lopen aan de ene kant van de rivier, over het asfalt of de oorspronkelijke route volgen aan de andere kant van de rivier, maar dan over onverharde wegen. Ondanks dat het donker is kies ik voor de onverharde weg, omdat de grote weg tussen Toro en Zamora mij iets te druk leek. Het eerste deel van de grindweg loopt vlak langs de rivier. In het donker hoor ik het geluid van een stroomversnelling en grote groepen watervogels. In ieder geval watervogels, die ik in Nederland nog niet eerder heb gehoord. Helaas gaat dit geluid een stukje verderop over in het luid geblaf van honden bij verschillende boerderijen langs deze weg. Als ik in het donker honden hoor blaffen is het eerste woord waar ik direct aan denk ‘hek’. Is er een hek en wat is de staat van het hek? Dan probeer ik met mijn hoofdlamp contact te zoeken met de reflecterende ogen van de hond(en), zodat ik in ieder geval precies weet waar ze zijn. Gelukkig waren al deze honden netjes weggestopt achter solide hekken.
Tegen de tijd dat het licht wordt, gaat de route 6km verder langs een niet druk bereden asfaltweg. Lekker dan. Loop je in het donker door de ‘natuur’ en als het licht is mag je langs de openbare weg lopen. Net voor het eerste dorpje, Villalazan, steekt een oude herder de weg schuin over met zijn kudde schapen en twee honden. Het verkeer moet even stoppen terwijl zij oversteken.
Om 10:00 neem ik een rust op het plein bij de kerk. Omdat het nog steeds niet bijster warm is, besluit ik na 15 minuten weer verder te lopen. Buiten dit dorp gaat de route nog 3km verder langs dezelfde doorgaande weg, tot aan een zandbedrijf. Ik vond al dat ik voor het dorp heel vaak dezelfde twee vrachtwagens voorbij zag komen.
Daarna gaat het rechtsaf een grindpad op, richting de rivier. De route, zoals deze in het boek staat aangegeven, is compleet dichtgegroeid met struiken en riet. Ik ben genoodzaakt om een stuk om te lopen. Ik heb geen zin om terug te gaan naar het asfalt. De omweg gaat een stuk dichter langs de rivier. Er zijn hier veel aalscholvers en eenden. Na deze omweg kom ik uiteindelijk weer op de route. Zo nu en dan loop ik ook stukken langs het ‘Canal de San José, waar ik gisteren ook langs liep. Op verschillende plekken kun je ook mooi de aftakkingen zien, die de boeren gebruiken voor het bewateren van hun akkers.
Vlak voor het dorp Villaralbo passeer ik een modern kasteel. Iemand heeft hier een serieuze kasteel fetisj en heeft zijn nieuwe huis en omheining helemaal in stijl laten bouwen. Het dorp zelf heeft niet veel te bieden. Ik heb het idee dat hier alleen maar honden wonen. Het enige dat ik hoor is geblaf.
Ik kan de stad Zamora al zien liggen. Nog een uurtje lopen en dan zit het eerste deel van mijn Camino er op. Mijn hele tocht bestaat uit twee delen. De ‘Camino Levante’, die van Valencia naar Zamora loopt. En het tweede deel, de laatste 400km, een deel van de ‘Via de la Plata’. Deze hele route loopt van Sevilla naar Santiago de Compostela. Ik ben precies een maand onderweg en heb tegen de 800km gelopen. Het bereiken van Zamora voelt voor mij als het afsluiten van een hoofdstuk en het begin van een nieuw hoofdstuk. Ook in letterlijke zin. Ik heb twee routeboekjes bij me, waarvan er één nu uit is. Daarnaast heb ik, met het bereiken van Zamora, precies één heel credencial gevuld met stempels. Ik heb onderweg, hoe gek het misschien klinkt, genoten van de eenzaamheid. De sinaasappel plantages. De leegte van La Mancha is mij alles meegevallen. Ik had gedacht dat het nóg desolater zou zijn. Eigenlijk was er altijd wel wat te zien. De bergen en dennenbossen. De kleine albergues. Soms improviseren om aan een sleutel te komen. Wennen aan het eetschema van de lokale Spanjaarden. En de laatste week zelfs nog samen met een andere pelgrim doorgebracht.
Het tweede deel van mijn Camino staat voor de deur. Ik denk dat dit een heel andere Camino zal worden. Een met meer pelgrims, grotere albergues. Meer dorpjes. Niet beter, niet slechter maar anders. Beide Caminos zullen hun eigen charmes hebben.
Zamora ligt dicht tegen de rivier aan. Ik steek een oude stenen brug over. En daar vlakbij ligt de albergue. Op de stoep zit een Nieuw-Zeelandse vrouwelijke pelgrim te wachten tot de albergue open gaat. Het is 14:00 wanneer ik aankom. Op het bordje bij de deur staat dat de albergue om 14:00 opengaat. Wanneer ik mijn tas wil af doen gaat de deur open. Wat een timing!
De hospitalera’s, Rosemary en Marianne, een Canadese vrouw en een vrouw uit Duitsland, zijn vandaag voor het eerst begonnen. Ze blijven hier voor twee weken en geven het stokje dan weer over aan anderen.
Nog een beetje onwennig schrijft Rosemary ons in en wijst ons naar de slaapvertrekken.
Slaapvertrekken.... ik geloof dat hier wel 30 pelgrims kunnen slapen, verdeelt over meerdere kamers en meerdere verdiepingen.
Terwijl ik mij wil gaan douchen komt de tweede pelgrim binnen. Een Spaanse man. Wanneer ik de was buiten heb gehangen loopt nummer drie binnen. Wanneer ik terug ben van mijn boodschappen zijn er nog drie bijgekomen. Ik ben benieuwd met hoeveel mensen we morgen aan het ontbijt zitten. Omdat ik morgen maar 20km hoef te lopen, kan ik om 7:00 aanschuiven bij het ontbijt in deze albergue. Nog een luxe van een grote albergue in een grote stad.
Ik moet wennen aan het gepraat. Ik moet wennen aan alle geluiden. Ik zit beneden alleen in de eetzaal aan mijn dagboek te tikken. Boven hoor ik twee mensen Mozart zingen. Vanavond slaap ik met ongeveer 8 mensen in een slaapzaal. Ik ga dit ook leuk vinden. Het lopen en samenzijn met meerdere pelgrims heb ik tijdens mijn eerste Camino in 2011 als heel positief ervaren. Voor nu voelt het nog een beetje als een cultuurschok.